- Sinds 1884
- Deskundig advies
- Gratis levering vanaf € 75,-
- Klantbeoordeling van
In een keer beet? Bij Weijntjes (anno 1884) hebben ze nog 400 andere deurkrukken om uit te kiezen!
Bron: HET PAROOL: Donderdag 13 Februari 2020
Tekst Marloes de Moor, foto's Jakob van vliet
Ah, u heeft een speuntje nodig! De firma Weijntjes heeft precies wat je zoekt
Op zoek naar draaikiepbeslag, een raamboompje of 'gewoon' een deurkruk? De firma Weijntjes is al meer dan 130 jaar specialist in hang- en sluitwerk. En als we iets niet hebben, laten we het maken.
Weleens een deurkruk in Koninklijk Theater Carré, het Amstelhotel of Het Concertgebouw vastgepakt? Het nikkelen Tonmodel, met ebbenhouten handgreepje, stevig achter je dichtgetrokken bij de huisarts of de buurman? Dan was het ongetwijfeld een deurkruk van de firma Weijntjes aan het Singel, sinds 1884 gespecialiseerd in hang- en sluitwerk.
Komt een klant binnen met een vage uiteenzetting over een raam, een moertje, een piefje en een palletje en ‘dat moet dan draaien, weet u wel’, dan weet bedrijfsleider Kees Willemsen (57) het inderdaad meteen: ‘Ah, u heeft een speuntje nodig! Drie euro, meneer.’
Een speun is een scharnier voor een raam waarmee het 180 graden kan draaien. “Weinig mensen kennen het woord, maar het is een veelgevraagd onderdeeltje,” zegt Willemsen, die sinds 1990 bij Weijntjes werkt. Zijn vrouw fronst weleens haar wenkbrauwen: “Ehm Kees… een taatsraamspeun?”
Draaikiepbeslag
Het stikt bij Weijntjes van de woorden die bij Scrabble verwarring kunnen zaaien, maar in de winkel doodnormaal zijn. Zonder een eenjarige opleiding komen de verkopers er dan ook niet. Ze leren alles over de verschillende modellen, bouwstijlen en soorten beslag. In de praktijk volgt de rest.
Het assortiment van Weijntjes bestaat uit ruim tienduizend artikelen, waaronder alleen al vierhonderd soorten deurkrukken. De glanzende catalogussen, die Weijntjes tot voor kort uitbracht, tonen bladzij na bladzij alle mogelijke soorten draaikiepbeslag, raamboompjes, kierstandhouders, deurspionnen, espagnoletten, briefplaten, tochtkleppen, windhaken, gordijnroeden, paardenhoofden, schuiven en grendels. Die moeten medewerkers allemaal kennen én weten te vinden.
Het Tonmodel, 1994 opnieuw in productie genomen, is de bestverkochte deurkruk bij Weijntjes. Beeld Jakob van Vliet
“Dat is het mooie van dit vak. Het product is zo divers dat er geen einde aan komt. Je kunt dit een leven lang doen en dan nog ken je niet alle artikelen die op de wereld te vinden zijn,” aldus Willemsen.
Zoals de kokette messing deurkruk van een vis voor 339 euro. “Voor de liefhebber. Typisch Duits, een beetje kitsch. Mensen schieten eerst in de lach en als ze de prijs horen, valt hun mond open van verbazing. Een viswinkel in de Jordaan heeft hem als deurkruk.”
De bestverkochte deurkruk is al jarenlang het Tonmodel. Die stond al eerder, in 1920, in de catalogus van Weijntjes, maar Willemsen liet hem in 1994 opnieuw maken. “Het werd een groot succes en dat is het nog steeds.”
Deurkussentjes en koperen bellen
Willemsen zit aan een tafel met Perzisch tapijtje in de toonkamer op de eerste verdieping. Overal om hem heen is de geschiedenis van het bedrijf voelbaar. Wijlen W.F. Weijntjes liet de kamer in 1938 inrichten met vitrines vol ijzerwaren en hang- en sluitwerk. De collectie is inmiddels antiek en voorzien van handgeschreven kaartjes.
“Tegenwoordig is het een klein museum.”
Willemsen toont een foto van de winkel in 1986, toen nog een pijpenlade van anderhalve meter breed. De wand is royaal behangen met artikelen. Aan het plafond hangen deurkussentjes en koperen bellen. Op een houten ladder staat de toenmalige bedrijfsleider Jan Weidema iets te zoeken, misschien wel een speuntje.
De oude boekhouding. Bedrijfsleider Kees Willemsen: "Een raamboompje kostte in 1964 5,30 gulden en in 1979 en 1987 nog steeds.' Beeld Jakob van Vliet
“Het was destijds een beetje een mallepietjewinkel,” zegt Willemsen, terwijl hij door een ander indrukwekkend boekwerk bladert. De in schoonschrift beschreven bladzijden zijn aan de randen zwart uitgeslagen van de inkt. “Als Jan een klant geholpen had, ging hij met een bonnetje naar de boekhouder, die achter in de winkel zat. Die noteerde het product en de prijs. Om te voorkomen dat klanten de inkoopprijs zagen, hanteerde hij een code. Bijvoorbeeld 28/3; dat betekende 28 kwartjes en drie stuivers.”
Het boek was het kloppend hart van het bedrijf en ging elke dag de kluis in. Voor de oorlog werd het in gebruik genomen en dat bleef zo tot 1988. Willemsen glijdt met zijn vinger over de regels: “Een raamboompje kostte in 1964 5,30 gulden en in 1979 en 1987 nog steeds. De prijs bleef zeker twintig jaar lang hetzelfde. Niet zo vreemd dus dat de zaak op den duur niet meer rendabel was.”
Oudgediende
In 1988 werd Weijntjes overgenomen door IJzerhandel Gunters en Meuser, ook zo’n oudgediende in het Amsterdamse straatbeeld. Aan het familiebedrijf kwam daarmee een einde. De zussen Weijntjes waren ongehuwd en kinderloos, dus opvolging kwam er niet. Wel hielden zij nog tot op hoge leeftijd kantoor op de klamme vliering. Met behulp van Jan Weidema, die ze een schoudersteuntje tegen hun achterste gaf, wisten de dames zich omhoog te hijsen via de steile trappetjes.
Onder leiding van Gunters en Meuser werd de winkel grondig verbouwd. De rijkelijk behangen wanden werden vervangen door een glimmende showroom met kastdeuren waarop de knoppen, krukken en grepen bevestigd waren. Daarachter lag de voorraad.
Weijntjes verkocht vanaf dat moment ook geen gereedschappen meer, maar uitsluitend exclusief hang- en sluitwerk. Door die professionalisering steeg de omzet enorm.
Het bedrijf heeft inmiddels ook filialen in Amstelveen, Bussum, Den Haag en Den Bosch. De klantenkring bestaat uit particulieren, aannemers, architecten en ondernemers. “Aannemers zien we vaker dan consumenten, omdat die laatste groep nu eenmaal niet elke week een nieuwe deurkruk nodig heeft. Ze komen wel terug om later nog raambeslag, knopjes en greepjes in dezelfde stijl te kopen,” vertelt Thijs Pleging, sinds een half jaar commercieel manager bij Weijntjes.
Nog steeds verkrijgbaar
Verkoopster Malti Sukhai (59) beent trefzeker door de winkel. Ze zocht ooit een beroep waarbij ze een schroevendraaier kon vasthouden, maar ontdekte dat een deurkruk een minstens zo goed alternatief is. Al twintig jaar staat ze klanten bij in de aankoop van hun hang- en sluitwerk. Kom bij haar niet aan met ‘ongeveer een idee hebben waar iets ligt of wat het is’. Ze weet álles. “Echt álles,” zegt ze vastbesloten. “Mensen vragen bijvoorbeeld wat ze nodig hebben voor hun 18de- of 19de-eeuws huis. Dan adviseer ik welk materiaal bij deze stijl past.”
Beeld Jakob van Vliet
Een keer haalde Sukhai een grapje uit bij een klant die om een koordkikker vroeg. “Aan de rand van de stad is een boer en daar vindt u in de sloot vast een kikker. De man keek me stomverbaasd aan en begon toen hard te lachen.” Sukhai haalt blindelings een nikkelen beugeltje uit een voorraadkast: “Kijk, een koordkikker is een hulpmiddel om de touwtjes van gordijnen aan te hangen.”
Moderne woontrends
Weijntjes heeft veel op voorraad in de winkel zelf, maar ook in een 700 vierkante meter groot magazijn in Noord. “Specifieke modellen uit het verleden zijn bij ons nog steeds verkrijgbaar. En als we iets niet hebben, laten we het maken,” vertelt Willemsen.
Weijntjes moet het niet alleen hebben van restauratieprojecten, maar speelt ook in op moderne woontrends. “Het is een trendgevoelig vak. De stijlen veranderen steeds. Op dit moment zijn de zwarte, metalen deurgrepen populair. Ook is er veel vraag naar producten van ontwerpers zoals Piet Boon of Jan des Bouvrie. En domotica, automatisering in huis, wordt steeds meer gebruikt. Wij gaan daarin mee zonder onze identiteit te verliezen. Esthetiek blijft het belangrijkst en we koesteren onze historie,” verklaart Pleging.
Aan Willemsen zal het niet liggen. “Ik ben nog steeds verliefd op dit pand.” Hij betreedt een krakende vloer en trekt een deur open: “Dit was vroeger het krukkenkamertje. Daar ligt nu oude voorraad. Het meeste wordt niet meer verkocht, maar je weet maar nooit. Ik hoop altijd nog dat iemand eens vraagt om dat ene ladengreepje uit de jaren vijftig. En dat wij dan kunnen zeggen: ‘Hebben we!’”